top of page

6 misverstanden over burnout

zielenzo


De afgelopen jaren verschenen er tientallen boeken over burnout en ook kranten, tijdschriften en online media besteden steeds meer aandacht aan dit thema. Toch doen er over dit gevoelige onderwerp nog steeds heel wat mythes en misverstanden de ronde. In mijn blogpost van vandaag wil ik daarom de zes meest voorkomende misverstanden ontkrachten.


Mythe 1: een burnout is iets voor zwakke en labiele mensen


Burnout wordt nog te vaak met zwakte verward. Leidinggevenden, collega’s en soms zelfs vrienden of familieleden gaan er dan vanuit dat burnout een ziekte voor watjes is. Dat alleen emotioneel labiele mensen het risico lopen om slachtoffer te worden van een burnout.


De waarheid is echter dat een burnout juist de meest gedreven, bevlogen, gepassioneerde en collegiale werknemers treft. Mannen en vrouwen die hard werken omdat ze alles in orde willen hebben. Die veel gedaan krijgen en ook veel werk verzetten. Die vaker extra taken op zich nemen omdat ze daar voldoening uit halen. En dat zijn allesbehalve kenmerken van een watje of een emotioneel labiele persoonlijkheid. En al helemaal niet van een luiaard.


Deze misvatting over burnout is ook de reden waarom mensen met een burnout niet graag over hun burnout spreken. Het wordt door de buitenwereld immers nog te vaak als iets negatiefs gezien. Zelf hebben ze dikwijls ook het gevoel dat ze gefaald hebben. In werkelijkheid is een burnout echter een beschermingsmechanisme. Je bent namelijk over je grenzen aan het gaan en je geeft meer energie weg dan dat je opneemt. En omdat je niet naar jezelf luistert en koppig blijft doorgaan, trekt je lichaam dan maar zelf aan de noodrem. Een burnout beschermt je dus tegen de mogelijk fatale gevolgen van chronische stress.


Mythe 2: mij zal het nooit overkomen


Denken dat enkel zwakke en emotioneel labiele werknemers in aanmerking komen voor een burnout is een van de wijdst verspreide misvattingen. Denken dat je zelf immuun bent voor een burnout is echter een al even hardnekkig gerucht. Iedereen kan getroffen worden door een burnout. Dus of je nu geschiedenislerares, boekhouder, CEO, loodgieter, ambtenaar, kapster of buitenwipper bent, maakt niets uit. Een burnout houdt geen rekening met wat er op je naamkaartje staat: elke job kan een risicojob zijn.


Of jouw job ook echt een risicojob is, hangt van twee dingen af: de jobvereisten en de jobcontrole.

  • Jobvereisten gaan onder andere over de vraag hoe uitdagend je je job vindt, wat je specifieke taken en verantwoordelijkheden zijn en wat je werkgever nu precies van jou verwacht.

  • Onder jobcontrole vallen alle dingen die jou helpen om aan de jobvereisten tegemoet te komen. Mag je bijvoorbeeld zelf bepalen waar en wanneer je je werk uitvoert? Mag je je werk zelf plannen? Mag je zelf bepaalde beslissingen nemen? Welke opleidingsmogelijkheden zijn er? Mag je zelf voorstellen doen rond vorming? Is je werkgever bereid om te investeren in bijkomende opleidingen voor zijn werknemers? Heb je een goede relatie met je leidinggevende? Kan je rekenen op zijn of haar steun? Heb je de juiste technologische hulpmiddelen en infrastructuur om je taken te kunnen uitvoeren? Krijg je voldoende erkenning en waardering voor je werk?

Wanneer je een job met voldoende uitdaging én voldoende jobcontrole hebt, is de kans erg klein dat je ziek zal worden van je werk. Maar in alle andere gevallen loop je wel een reëel risico om ziek te worden van je werk. Dat hoeft echter niet altijd een burnout te zijn. Iemand die veel jobcontrole heeft maar tegelijkertijd weinig uitdagend werk moet doen, kan zich bijvoorbeeld zo vervelen op zijn job dat hij er ziek van wordt en een bore-out krijgt. Meestal gebeurt echter het tegenovergestelde en hebben mensen veel te weinig jobcontrole terwijl er te veel van hen geëist wordt. Ze moeten te lang te hard werken in een omgeving die hen te weinig ondersteunt of die hen zelfs angstig maakt. En dan liggen burnoutklachten voortdurend op de loer.


Mythe 3: van stress ga je niet dood


Iedereen heeft wel eens last van stress. Af en toe een beetje stress kan ook helemaal geen kwaad. Het brengt je lichaam bijvoorbeeld in staat van paraatheid wanneer je je in een bedreigende situatie bevindt. Ook in het dagelijks leven helpt een gezonde portie stress je om alert en geconcentreerd te zijn. Het zorgt er ook voor dat je veel kan doen in weinig tijd. En zodra die situatie achter de rug is of het werk af is, ebt die spanning ook vanzelf weer weg. Dat is volstrekt normaal en ook gezond.


Maar wat helaas nog te vaak vergeten wordt: bovenstaande redenering gaat alleen op als het om een tijdelijk stressmoment gaat.


Na een stressreactie moet je lichaam namelijk altijd voldoende tijd krijgen om te herstellen. Wanneer een stressvolle situatie echter maar blijft aanslepen en er geen ontspanningsmomenten meer zijn, spreken we van ongezonde stress. Ook wanneer de stresspieken elkaar te snel opvolgen en je lichaam te weinig tijd krijgt om te herstellen, wordt het ongezond. Er steken dan allerlei klachten de kop op en dat zijn niet alleen kleine ongemakken zoals sneller verkouden worden of minder geduld hebben maar ook klachten zoals voortdurend vermoeid zijn, een opgejaagd gevoel en hartkloppingen. Zelfs hart- en vaatziekten zijn niet uitgesloten. Stress kan dus wel degelijk tot ernstige gezondheidsklachten leiden en zelfs fataal zijn.


Mythe 4: het zit gewoon tussen je oren


Volgens sommigen is een burnout iets wat enkel tussen je oren zit. Denk op een andere manier over je werk en je leven en dan is alles meteen opgelost. Zo werkt het helaas niet.


Een burnout zit dus niet tussen je oren maar het heeft wel invloed op wat er tussen je oren zit. Door de constante stroom aan stresshormonen gaat je brein immers anders reageren. Het lijkt wel of je gezond verstand de regie over je brein heeft verloren: je snauwt anderen zonder reden af, je maakt ruzie om de kleinste of de stomste dingen, je kan nog amper geduld opbrengen en je gedraagt je agressiever of impulsiever dan normaal. Dit komt doordat je reptielenbrein nu de scepter zwaait.


Ingeval je nu met gefronste wenkbrauwen naar je scherm kijkt en je afvraagt wat in hemelsnaam een reptielenbrein is: we spreken meestal over ons brein alsof het 1 systeem is maar in realiteit is ons brein eigenlijk een combinatie van drie verschillende breinen of systemen.

  • Diep in je hersenen bevindt zich het zogenaamde reptielenbrein waar ik het net over had. Zoals de naam al doet vermoeden, is dit het brein dat we met alle zoogdieren en reptielen gemeen hebben. Overlevingsinstincten en basisfuncties zoals slapen, ademhalen en drinken maar ook de drang om zich voort te planten: het is ons primitief reptielenbrein dat hiervoor zorgt. Het is ook dit brein dat ons aanzet tot agressief of koelbloedig gedrag.

  • Naast het reptielenbrein hebben we ook een emotioneel brein of limbisch systeem. Dit wordt soms ook het zoogdierenbrein genoemd. Zoals de naam al doet vermoeden, bepaalt dit deel van onze hersenen onze emoties, onze gewoonten en onze motivatie om iets te doen of juist niet te doen.

  • Ten slotte is er ook nog ons cognitieve brein of de neocortex. Dit brein bevat de functies die ons onderscheiden van alle andere dieren. Het gaat dan bijvoorbeeld over het vermogen om logisch te redeneren, het leervermogen, creativiteit en het analyseren van problemen. Ook onze morele normen en waarden bevinden zich in ons cognitieve brein. Je zou dus eigenlijk kunnen zeggen dat ons cognitieve brein ons gezond verstand is: het is namelijk de neocortex die onze gedachten en gevoelens omzet in beschaafd en sociaal aanvaardbaar gedrag. Wanneer je onder langdurige stress staat of in een burnout zit, neemt het reptielenbrein (en het emotionele brein) het echter over van de neocortex. Hierdoor ga je je agressiever en impulsiever gedragen en lijkt het alsof je je gezond verstand kwijt bent.

Mythe 5: mensen met een burnout zoeken alleen maar aandacht


Wanneer je je been breekt, ziet iedereen dat je niet kan gaan werken. Maar een burnout is niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld.


Net omdat er niet altijd duidelijk zichtbare uiterlijke tekenen van ziekte zijn, wordt iemand met een burnout nogal eens met wantrouwen bekeken. De omgeving vraagt zich soms zelfs luidop af of het wel echt waar is. Misschien beelden ze zich alleen maar in dat ze ziek zijn of willen ze gewoon een beetje aandacht? Maar het is niet omdat je geen wonde ziet, dat het niet echt is.


Burnout wordt ook wel eens een modeziekte genoemd. Uitspraken als “vroeger bestond burnout toch ook niet” raken echter kant noch wal. Het is nu eenmaal een feit dat er steeds nieuwe ziektes opduiken in onze samenleving. En ja, ook burnout is inderdaad een relatief nieuwe ziekte maar onze samenleving is in de afgelopen decennia ook erg veranderd. Zo heeft de technologische vooruitgang er onder meer voor gezorgd dat we vandaag veel meer met ons hoofd werken dan met onze handen. De werkdruk is de afgelopen jaren ook enorm toegenomen. We moeten steeds meer doen met steeds minder mensen. Bovendien zorgen smartphones en tablets ervoor dat je 24/24 bereikbaar bent voor je werkgever. Al die veranderingen hebben het ontstaan van burnout mee in de hand gewerkt.


Mythe 6: een burnout kan je snel overwinnen


Binnen de 30 dagen uit je burnout! Een burnout? Binnen de drie maanden weer aan het werk!! Even googelen en je ziet al snel dergelijke slogans op je scherm verschijnen. Volgens sommige auteurs en zelfverklaarde experts lijkt een burnout slechts een kleinigheidje te zijn dat je bovendien ook snel weer kan overwinnen.


In werkelijkheid is een burnout echter een complexe en ernstige ziekte die tijd nodig heeft. Soms zijn mensen zo uitgeput dat zelfs een lepel optillen hen nog te zwaar valt. Anderen glijden af naar een depressie of krijgen angst- en paniekaanvallen, concentratiestoornissen of ernstige lichamelijke klachten. Of een mix van dat alles.


Als ervaringsdeskundige kan ik dan ook met volle overtuiging zeggen dat het absurd is om regels te gaan opstellen rond hoe lang een burnout patiënt thuis mag/moet blijven. Sommigen zijn bijvoorbeeld weer min of meer de oude na een achttal maanden maar bij anderen kan het tot twee jaar duren alvorens ze weer uit het dal zijn geklommen. Iemand verplichten om na een bepaalde tijd terug aan het werk te gaan – ongeacht hoe hij of zij zich voelt – kan zelfs een averechts effect hebben. Wanneer je na een burnout te snel weer aan het werk gaat, loop je immers het risico dat je na een tijdje hervalt omdat je lichaam en geest nog niet voldoende hersteld zijn.


©ziel&zo2023


3 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page